Il fait chaud!

De Bretonse vakantie bevalt best. Toegegeven, na de behoorlijk lastige afkoppelpoging waren we er best wel even aan toe om een weekje rust te hebben, maar dat is niet de enige reden dat het fijn is om hier een week te zijn. Thomas geniet enorm van het zwembad, waar hij meerdere keren per dag in te vinden is. Met zijn puddle jumper papegaai springt hij zelf in het water, klimt er uit en springt er weer in om zelf heen en weer te zwemmen. Hij speelt tikkertje in het water, moedigt volwassenen aan een krokodil na te doen en heeft de tijd van zijn leven. Bij Orville heeft hij ook goed. Na een dagje elkaar aanstaren hebben de overbuurjongens elkaar gevonden. Relinde had daartoe het kleed met Lego aan de weg gelegd en toen kwamen de nieuwe vrienden van Thomas toch maar eens kijken. Thomas zit qua leeftijd precies tussen de broertjes Floris en Pepijn in en samen gaan ze fietsen, bramen plukken en vooral heel veel brandjes blussen. Kortom een heerlijke vakantieweek waar we in een reisblog verder niet zoveel spannends over kunnen zeggen, of u moet geïnteresseerd zijn in welke vissen en vogels er allemaal in de lokale dierentuin te vinden zijn. We hebben ook veel gelezen, maar daarover schrijven leent zich meer voor een boekenblog…

Op Thomas ‘echte verjaardag’ gaan we weer door naar de volgende camping. Hij weet er niets van dat hij vandaag echt jarig is, we vierden dat namelijk thuis al voor de vakantie en de hele camping weet al dat hij Thomas heet en vier jaar is. Bovendien hebben we niet echt een feestdag voor hem in petto: Het is wederom een Zwarte Zaterdag in Frankrijk en we moeten behoorlijk wat uurtjes autorijden. Daar komt bij dat de hittegolf die Nederland in haar greep heeft hier ook echt komt opsteken en als we naar het binnenland gaan wordt dat erger: op beste,ming vanmiddag zal het zo’n 37 graden zijn. Maar voor het zover is kan Thomas nog één keer spelen met zijn nieuwe vriendjes, terwijl wij opruimen en aankoppelen. Dat opruimen gaat goed, het aankoppelen kost wat meer moeite. Begonnen we vorige week al aan de cursus af- en aankoppelen op een niet zo vlakke ondergrond – vandaag krijgen we college twee en leren we de ‘Les van Douarnenez’, die we ons leven niet zullen vergeten: Als de trekker niet recht staat, moet je een plankje onder wielen leggen.
Wilbur staat bij de eerste poging achteruit rijden gelijk strak recht voor koppelkogel, dat gaat lekker. Maar de trailer staat wel heel veel te hoog, dus die moet eerst omlaag gedraaid worden. Daardoor komt de kogel op het koppelmechanisme van de schotel en dat is echt niet de bedoeling. Dus: weer terug omhoog – Wilbur vooruit – weer omlaag draaien – Wilbur achteruit en dan komen we erachter dat alles zo scheef op de grond staat dat het koppelmechanisme niet kan sluiten. Oplossing: we moeten een verhoging onder de rechterachterwielen van Wilbur leggen. Daarmee lukt het (met wat extra laten zakken van Orville) wel en dan zijn we eindelijk aangekoppeld. Om half elf rijden we onder ruim bekijks de camping af, terwijl diverse kampeerders ons filmen.
We schatten in dat het vandaag in vier uur rijden te doen zou moeten zijn, als er niks tegenzit natuurlijk. En dat zit het helaas wel: heel Bretagne lijkt leeg te lopen richting één van de vele hittegolven in Europa. Terwijl de temperatuur in Bretagne ook flink oploopt hebben we na drie uur achter het stuur niet meer dan 150 kilometer afgelegd zonder noemenswaardige stop. Af en toe een stukje zonder file, maar we staan meer echt sil dan dat het lukt om 90 km/u te rijden. We letten goed op de motortemperatuur, want we merken dat Wilbur hard moet werken bergop en het om het hoofd koel te houden wel nodig heeft dat er een beetje buitenlucht langs de hete onderdelen stroomt. We houden de moed er in en stellen vast dat we in de file er geen last meer van hebben dat we minder hard kunnen dan de rest van het verkeer.
Toch is het balen en bovendien gaat Thomas wat klagen op de achterbank. “Wat duurt het lang voor we er zijn” – “Ik wil wat eten” – “Ik wil een hamburger van het hamburgerrestaurant” Hoewel hij er geen weet van heeft gunnen we hem deze verjaardagsmaaltijd en bovendien kunnen we in deze hitte zelf ook wel wat zout eten en een beker ijsklontjes met frisdrank waarderen. 22 minuten verder rollen we over het zengend hete parkeerterrein van een Carrefour Market om het naastgelegen restaurant met de bekende gouden bogen te bezoeken. We zijn niet de enige…

Zo’n honderd mondkapjes zijn druk bezig om zweetdruppels op bovenlippen te verbergen van mensen die wachten op hun bestelling. Relinde bestelt ook, maar tijdens het wachten besluit Thomas dat het hier echt te warm is. We wachten de hamburgers in Orville af, terwijl Thomas twee ijsklontjes uit de vriezer eet. Verbazingwekkend genoeg blijkt het in Orville best uit te houden en dat is fijn, want het duurt een hele tijd voor er eten is. We verliezen behoorlijjke tijd met deze snelle stop. Dus voor de zekerheid kopen we terwijl Thomas zijn maal rustig opeet nog snel wat eten voor vanavond, zodat als het allemaal nog meer tegenzit we in elk geval iets hebben.
Als we weer rijden is het bijna anderhalf uur later en inmiddels al drie uur. We moeten de helft van de route nog, maar gelukkig is de grootste drukte nu wel voorbij. En dus laten we ons weer aan de lopende band inhalen en rijden we met 90 op de teller richting het ons nog onbekende Departement Maine et Loire.